zaterdag 29 mei 2010

Tot ziens.

Doe voorzichtig goede vriend.
Pas op voor elk gevaar.
Ik weet wel dat je dapper bent.

Doe voorzichtig goede vriend.
En heb veel plezier In dat verre land.
Dat niemand van ons kent.

Doe voorzichtig goede vriend.
Zoek niet te veel spanning.
En laat gevaar je ook niet vinden.

Doe voorzichtig goede vriend.
Iedereen mist je weer.
Al je goede vrinden.

Doe voorzichtig goede vriend.
We willen je nog zo graag terug zien.

fietsend

Je zoeft voorbij.
Ik zag je gezicht nog net.
Ik zwaaide.
Jij lachte.
Je zoefde voorbij.
Sneller dan de rest.
Je was eigenlijk niet bijzonder.
Alleen een beetje sneller.
Ik zag je wel.
Ik zwaaide en riep Hallo!
Maar dat riep ik naar iedereen.
Dat was dus ook niet bijzonder.
Ik zag en herkende je.
Jij ook, en je lachte.
Je zoefde snel verder.

ver

Ik heb gedroomd dat ik droomde dat jij hier weer was.
Maar dat ik droomde dat ik droomde dat besef ik nu pas.
Jij stond weer enkel en alleen te staan.
Maar achter jou was dit keer een schitterende maan.
Daardoor was het dat ik alleen je silhouet maar zag.
Je silhouet en schitterende tanden uit die mooie lach.
Ik heb gedroomd dat ik droomde dat jij hier weer was.
Maar dat dat zo ver weg was besef ik nu pas.

examens

Ik zou moeten leren. Maar dat lukt niet. Ik zou een samenvatting moeten schrijven. Maar ik ben op. Ik ben moe. Ik ben kapot. Mijn hoofd wil niets meer doen. Mijn hoofd heeft zichzelf gevuld met stenen zodat er niets meer bij kan. Om de stenen wordt fluistert. Ik hoor en zie herinneringen en fantasieën, en herinneringen aan fantasieën. Ik kan geen enkele letter lezen. Ik kan geen enkele druppel inkt op het juiste papier plaatsen. Ik kan niets meer. Ik wil drie weken slapen, en dan pas die laatste examens maken. Als ik weer kan. Doorzetten is moeilijk. Er zit wat concentratie in mijn tenen. Daar heb ik net van gebruikt voor twee pagina's. Het kost veel om het te vinden en houden. En als ik het heb, maakt het mijn ogen zwaar. Toch zal ik moeten leren. Dat moet van mijzelf. Maar dat lukt niet.

Nooit

Jij bent blond, mager en hebt al twee vriendjes gehad.
Jij bent niet slim, bijna dom of onnozel.
Jij bent vies, want je wast je niet vaak en niet goed.
Jij bent brutaal en hebt een grote mond.
Jij zegt vaak domme dingen, omdat je dan denkt dat je iets slims zegt, maar je je verspreekt.
Jij luistert niet, en bent lui.
Jij zit de hele dag op je kamer.
Jij bent dwars, vervelend en irritant.
Ik ook, maar anders.
Jij bent mijn zusje.
Jij blijft beter dan mij (hoor ik).
Jij bent bijna het tegenovergestelde van mij.
Jij lijkt niet op mij, zelfs je ogen zijn anders blauw.
Ik ben altijd vreemd of anders.
Ik snap jou niet, en jij mij niet.
Ik snap hem niet, hij jou niet, jij hem niet en hij mij niet.
Ik vind jou vreemd, jij mij.
Ik snap niet dat we uit 1 gezin komen, dat dat kan.
Jij bent beter, altijd, dat zie en hoor ik aan en van hem.
Ik wil niet zijn zoals jij bent.

moe

Gesloten ogen, iedereen slaapt.
Rust.
Uitputting, vermoeidheid.
Geen beweging, enkel een paar keer een ritmische ademhaling.
Iedereen was op, iedereen laad zichzelf nu op.
Slaapt, slaap, sliep, slapen, rust.
Ik wil ook slapen, maar de slapende mensen zijn interessant.
Ze dromen, hun gezichten laten emoties zien.
Moe, vermoeidheid, op, iedereen slaapt.
Ik ook, want ik hoor bij iedereen.
Welterusten

maandag 24 mei 2010

Tautologie

Ik zag het zomaar plotseling opeens.
Ik schrok ervan, daarom is het zo erg.
Zomaar plotseling opeens.
Zo ongelovelijk onverwacht.
Zo zomaar plotseling opeens dat al die drie woorden nodig zijn.
Een enkel woord is niet genoeg.
Zomaar plotseling opeen zag ik het.
Zo ongelovelijk onverwacht dat ik ben vergeten wat ik zag...

leeftijd

Ik lijk 16, maar ik ben 32. Want ik loop gewoon rond, al 16 jaar, tussen vrij normale mensen. Daarnaast droom ik al 16 jaar erg vreemd. Dus dat is 2 keer 16 is 32. Maar ik gedraag me weer anders. Er is wel eens tegen mij gezegd dat ik een combinatie ben van een kleuter en een oud wijf. Soms doe ik als 4 en soms als 60, is 64 jaar erbij, is 96 jaar. Ik lijk nog steeds 16. Ik wordt op deze manier goed oud. Ik zal een vrolijke oma worden, die als een oud wijf een goede raad kan geven en als een kleuter kan spelen en lol hebben. Als ik 60 lijk, ben ik 120 als ik nog steeds droom, wat waarschijnlijk is, en 124 als ik me nog steeds als een kleuter kan gedragen. Als ik 70 lijk te worden, wordt ik dus eigenlijk 204, want dan droom ik ook nog en gedraag ik me nog als een 60 jarige en een 4 jarige. Dan ben ik vast de oudste vrouw op de wereld. Zal ik daar ook mee op de televisie kunnen komen, of een wereld record kunnen breken? Vast. Of ze geloven me niet omdat ik me nog als een 60 jarige of 4 jarige gedraag. Zullen ze dan denken dat ik dement ben, of een gekke oude vrouw? Dat sowieso, met deze dromen. Misschien vinden ze me wel zo gek dat ze me afmaken. Dan kan ik niemand mee een goede raad geven als een oud wijf, of met iemand spelen als een kleuter. Maar dan blijf ik wel door dromen, want dood bestaat niet. Je lichaam kan niet meer verder, maar je geest heus nog wel. Dan komt er dus ieder jaar nog maar 1 kaarsje bij op mijn taart, in plaats van 2. Dan heb ik na een tijdje een taart met 386 kaarsjes. Dan zie je de taart bijna niet meer, of ik moet nog 2 jaar van die taart willen blijven eten, maar er komt dan ook elk jaar weer een nieuwe taart bij. Ik kan natuurlijk ook heel veel vrienden en familie hebben die de taar voor me op willen eten. Dat is een beter idee. Dan zet ik nu al vast wat familie aan het werk en ga ik vriendjes zoeken.




Conclusie hieruit is: Ik ben eigenlijk een 96 jarige, dementerende vrouw die 16 lijkt.

mooi boos

Ik wordt bang van je als je boos bent.
Dat wordt ik van alle boze mensen.
Maar bij jou is het fijn als ik bang voor je ben.

Als je boos bent spuwen je sprekende ogen vuur.
Dat vuur is warm, en als ik dichterbij kom heet.
Dat vuur brand niet.

Als je boos bent komen er diepe lijnen in je gezicht.
Die lijnen laten je gezicht schreeuwen.
Nog harder dan de woorden die je om je heen gooit.

Je stem is hard en bevelend.
Je dwingt mij om te luisteren.
Uit angst, of wil doe ik dat.

Je vuisten zijn gebalt.
Je straalt uit dat je minstens tien keer sterker bent als mij.
Macht.
Als jij boos bent heb je macht over mensen.
Niet alleen over mij, maar als je boos bent wil ik bij je zijn.
Elk normaal persoon, en onder normaal versta ik iemand met een gezond verstand, zou hard bij je weg rennen.
Ik niet,
want jij bent mooi boos.

wachtend

Ik wacht, en ik zal altijd blijven wachten, maar nu zit ik alleen. Ik wacht bewust kan ik beter zeggen, want iedereen wacht zijn hele leven lang. Bewust of onbewust. Ik wacht nog steeds bewust, op iemand. Op gezelschap wat ik zit alleen. Natuurlijk ben ik niet helemaal alleen, want er zijn zoveel mensen in dit gebouw. Maar niet in deze kamer, de stemmin in mijn hoofd uitgezonderd. De stemmen op de gang ook.
...Wacht...
Ik hoor stemmen in mijn hoofd, dus ik ben niet helemaal alleen. Maar dan ben ik dat ook nog nooit geweest, want die stemmen zijn er al zo lang als ik me kan herrineren. Nog steeds wacht ik bewust op iemand. Iemand die iets van mij heeft, en hier nog niet is. Er komen mensen deze kamer in. Pratende mensen. Ik praat mee, vraag, antwoord. En ik wacht weer. Als je zo over wachten nadenkt duurt het veel langer.
...Wacht...
Wachten duurt toch bijna altijd lang? Meestal wel, als je bewust wacht. Ik kan elke voetstap horen die wordt gezet in de gang. Wachtend totdat er een paar mijn kan op komen. Ook hoor ik elke woord dat wordt fluistert of gezegd. Niet geschreeuwd. Dat gebeurd hier niet in deze tijd. Dat mag niet gebeuren voor anderen.
...Wacht...
Dan zijn er vast ook mensen die wachten totdat ze weer mogen schreeuwen. Vast. Dan wacht ik niet alleen. Maar je wacht nooit alleen, want iedereen wacht zijn hele leven. Bewust of onbewust. Deze manier van wachten is rustgevend. Vaak geeft wachten stress. Dat hangt er vanaf waar je op wacht.
Jij wacht waarschijnlijk op het einde van dit stuk. Bewust zul je wachten als je het saai vind. Onbewust als je dit leuk vind om te lezen, of interessant.
...Wacht...
Mijn manier van denken als ik wacht. Zou dat interessant zijn? Ik wacht nogsteeds. Ik heb al bijna vier blaadjes van mijn oranje boekje volgewacht. Volgewacht. Ik verzin nieuwe woorden. Dat is Annikiaans. Weer mensen. Ik ga pratend wachten, zonder verder te schrijven. Nog meer mensen!
...Wacht...

familiedag

Allemaal bij elkaar,
dat gebeurd maar een dag per jaar.
Meer dan de helft is prettig gestoord,
maar in deze familie is dat zoals het hoort.
Gezeligheid, een speurtocht en spelletjes nu al zoveel jaren lang,
voor een jaar overslaan is deze familie niet bang.
En dat zullen we ook niet snel doen hoor,
want de familie Blaauwbroek gaat nog jaren door!

Voor...

Monique,
Ik wil niet weten dat jij bang bent. Ook niet horen of zien.
Ik wil niet weten dat jij verdriet hebt. Ook niet zien of lezen.
Ik wil niet weten dat jij ziek bent. Ook niet lezen of horen!
Jij bent sterk, stoer, mooi, slim.
Jij kan alles.
Jij leid, Jij bent belangrijk.
Jij beschermt.
Ik wil niet dat jij zwaktes hebt. Jij moet alles kunnen.
Ik wil niet dat jij pijn hebt. Jij mag dat niet. En als het door iemand komt vind ik die iemand stom.
Ik luister naar jou.
Jij hoort goed, slim, beter.
Ik lees jou.
Jij leest mooi, indrukwekkend, mooier.
Ik zie jou.
Jij ziet sterk, stoer, sterker.
Jij hebt verstandig verstand. Ik weet niet of ik dat heb, dus waarschijnlijk niet. En als ik het heb zegt het dat ik naar jou moet luisteren.
Jij bent een voorbeeld.
Jou gedrag, ik wil dat vaak.
Stoer, slim, leuk.
Grappiger, verstandiger, vowassener.
Moederlijk.
Dat zie ik. Dat zal ik wel willen zien.
Jij bent groot.
Jij weet veel. Ervaring.
Jij bent meer.
Maar dit zie ik vast verkeerd. Voor mij beteken jij dit, maar dat weet je niet. Nog niet. Jij hebt (had) geen idee.
Ik wil dat je dit weet. Ik durfde het bijna niet. Ik durf niets.
Jij durft alles!
En je leeft, je bent echt...
Blijf dat?!

woensdag 19 mei 2010

Voor...

Er is maar 1 iemand op deze hele wereld waarvan ik zeker weet dat zij weet wie ik echt echt ben.
Iemand waar ik tegen aanliep, en meteen alles heb verteld.
Iemand die luistert.
Iemand die beide benen stevig op de grond heeft staan.
Iemand waarvan ik denk dat ze er gezonder tegen aan kijkt, omdat ze alles vanuit een negatief(ver) standpunt bekijkt.
Iemand die tegen mij zegt wat ik fout doe, of soms goed.
Iemand die mij vertrouwen gaf, geef, zal geven, in dat ik niet helemaal gek ben, of helemaal gestoord.
Iemand die liet zien dat ik anders Mocht zijn.
Iemand die geinteresseerd is in meer dan de helft van wat ik ben.
Iemand die vast is, waarvan ik bewijs heb dat ze (nog) bestaat en die zichtbaar is voor iedereen.
Iemand die de leiding voor me neemt.
Iemand die (met wat moeite) lief kan zijn.
Iemand die helpen wil op het gebied waar niemand anders dat kan.
Iemand waar ik naar toe kan in het echt.
Iemand die altijd voor me klaar zal staan.
Iemand die me nieuwe dingen laat zien.
Maar vooral iemand die alles weet, alles kan weten en (bijna) alles wil weten.
Dankjewel...!




Justine

collage

Pats, post!
Reclame, rekening...
Tijdschrift!
Open, plaatjes.
Mooie plaatjes.
Knip, knip, knip.
Zweeft, valt.
Poef...
Blader, knisperend papier.
Mooie plaatjes.
Foto plaatjes.
Knip, knip, knip.
Plaatjes weg, plaatjes op.
Klaar.

Kom!

Dichterbij wil ik jou!
Ik wil jou echt.
Bij mij.
Zodat iedereen je kan zien.
Ze zullen je dan met open mond bekijken, want jij bent mooi.
Het vuur rond je gezicht is mooi, vooral als het los hangt.
De zachte kleur van je lippen en lieve stralende ogen.
Ik wil je dichterbij!
Ik wil je op aarde.
JOU! Jij, die ik vaak zie als ik mijn ogen sluit.
Ik wil niet alleen naar die schoonheid kijken.
Je bent van mij, maar ik wil je echt.
Ik wil je delen.
Ik wil dat iedereen je mooi vind en van je houd.
Je staat altijd maar, lacht witte parels uit het zachtgekleurde hart.
Prachtige schitteringen in je ogen.
Wees nou echt, wees nou hier.
Waarom niet?
Ik wil je dichterbij!
Dat ik je warmte kan voelen,
Dat ik kan voelen of je echt zo zacht bent als je lijkt.
Dat je echt bent en ik je aan iedereen kan laten zien.
Of iemand met net zulke vlammen en kleuren.
Dichterbij wil ik jou, of iemand als jij.
Dichterbij!

au

Het is kermis in mijn hoofd. Ik voel de zweef hard ronddraaien in het midden. Een achtbaan, die maar op en neer gaat, daar om heen. Mensen boksen tegen de binnenkant van mijn slapen en trekken aan touwen die vast zitten in mijn nek. In een van mijn oren is vast een snoepkraam, want die voelt zwaar van de mensen. Tegen mijn voorhoofd wordt zo hard mogelijk geduwd.
Ik hoop dat ze plezier hebben, dit feestje vieren ze wel vaker. Het doet pijn. Voelt naar. Ik word duizelig, licht in mijn hoofd, en als ik zeg dat het voelt alsof mijn hersens rondjes draaien of stuiteren lacht iedereen. Het is niet grappig. Het doet pijn.
Uit mijn andere oor wordt geprobeerd een vlag te steken, maar hij is te groot. Ik voel alleen de druk, maar zie niets.
Ik grijp naar mijn hoofd en knijp met mijn ogen. Misschien als ik hard genoeg knijp, ik mijn ogen om kan draaien en mee kan genieten van wat er daarbinnen gebeurd. Dat is me jammer genoeg nog nooit gelukt. Dan wacht ik maar. Tot het over is. Soms feesten ze dagen, op de vreemdste momenten. Ik heb dan geen idee wat er te feesten is. Zouden ze met zoveel zijn, dat ze zoveel verjaardagen hebben. Ze voelen als veel, zwaar, druk.
Druk, dan zullen het wel allemaal kleine Annika's zijn. Die worden nergens rustig van. Dan zal het ook wel niet overgaan. Jammer dan...

je gezicht

Een gezicht is bijzonder.
Een gezicht spreekt.
Een gezicht kijkt.
Een gezicht ruikt.
Ogen. Alle kleuren tussen wit en zwart. Omrand door een sierlijke rij wimpers. Ogen observeren. Kijken, zien. Ogen spreken ook, als je goed beter kijkt.
Neus. Getekend en naar voren geduwt. De lijn die het gezicht in tweeen deelt. De neus ruikt.
Mond. Het gespleten hart dat zacht naar voren komt. Rozig rood, of oranje. Misschien bruin. De mond spreekt. Lacht, proeft. De mond voelt ook, als je heel dichtbij bent.
Oren. De schelpen die aan de zijkant steken, die iets aan het gezicht toevoegen. Oren luisteren, horen.
Wangen, ronde wangen die blozen of bleek zijn.
Kin, puntig, recht, of zacht rond.
Ook de lijnen die overal lopen zijn mooi. De vouwen die het gezicht nog specialer maken. Die zich verplaatsen of dieper worden bij emoties.
En als laatste een lijst van haar. Haar dat alle kleuren hebben kan. Haar dat alle kanten op kan staan, alle lengten hebben kan. Haar dat ieder model kan hebben. Haar, dat het meeste verschilt en veranderbaar is.
Een gezicht is bijzonder.
Een gezicht is speciaal.
Een gezicht is interessant.
Jouw gezicht is mooi...

zaterdag 15 mei 2010

Pijn.

Jij lacht,
omdat je moet lachen. Je wilt het niet.
Je ogen lachen ook, want je bent een ervaren actrice.
Alles lacht.
Je moet door gaan tot lang, veel te lang.
Moe, zwak, je lacht nog heel zacht.
De pijn en vermoeidheid zijn makkelijk te zien in die blauwe ronde zee.
De grote schaduwen daaronder maken het erger, duidelijker.
Je ziet er verschrikkelijk uit, maar je lacht.
Want je moet lachen.

zwemmen

Ik heb het gevoel de hele winter moeten missen, op een paar dagen na.
Dat geweldige vrije en ontspannen gevoel.
Dat gevoel van vliegen, maar dan anders. Zonder wind.
Dat gevoel van dat je overal naar toe kan en er niemand is die je tegenhoud.
Dat gevoel dat je zwemt in rust.
Zwemt, gezwommen, zwemmen.
Dat gevoel

boze mensen

Mensen worden niet boos op mij als ik iets vraag. Ze zullen dan gewoon antwoorden. En mensen gaan niet schreeuwen als de vraag dom is. Eerder lachen en antwoorden.
Mensen worden niet boos op mij als ik iets fout doe. Ze zullen zeggen geeft niet en helpen. En mensen gaan niet schreeuwen als de fout erg is. Eerder lachen en helpen.
Mensen worden ook niet boos op mij omdat ik nieuw ben en nog niets snap. Ze zullen dan gewoon uitleggen en voordoen. En mensen gaan niet schreeuwen als ik het bij de tweede keer nog niet weet. Eerder lachen en nogeens voordoen.
Mensen worden niet boos op mij omdat ik anders denk, voel en weet. Ze zullen luisteren en interesse tonen. En mensen gaan niet schreeuwen als ik heel erg anders ben. Eerder lachen en luisteren.
Dit weet ik.
Ik ben bang voor boze mensen.
Ik durf niet vaak te vragen, doen, nieuw zijn of vertellen.
Ik ben bang voor alle mensen.
Waarom?

ik staar

'Waar kijk je naar'
...
'Ligt daar iets?'
Ik kijk niet.
'Droom je? Ben je aan het fantaseren over haar, of..'
Nee
'Oh'
zucht, zie je die vlek zonlicht op de bank?
'Kijk je daar naar'
Nee, ik zie hem niet. Ik zie niks. Alles is wazig.
'Huil je?'
Nee, zo vind ik het mooier.
...
...
'Hoe kun jw nou niets zien?'
Ik kijk er niet naar. Je moet kijken naar niks, naar de lucht, de zuurstof die hier hangt misschien.
'Die zie ik niet.'
Je hoeft het niet te zien.
'Oh'
Ik staar.
'Waarom?'
Om mijn hoofd leeg te maken, om rust te krijgen.
'Moet ik dan stil zijn?'
Ja...

woensdag 12 mei 2010

Jullie

Jij praat voor mij.
Jij doet voor mij.
Jij weet voor mij, maar alleen als ik daarom vraag.
Jij wil voor mij praten.
Jij wil voor mij doen.
Jij wil voor mij weten.
Jij wil voor mij leven.
Jij wil zeker zijn van mij.
Jij wil dat ik echt ben.
Jullie willen dat ik echt ben.
Vraag dan...

examenstress

Ik was helemaal rustig, mijn hoofd was kalm.
Totdat ik daar zat:
Ik werd misselijk, moest plassen en kon mijn pen amper nog vasthouden.
Mijn hoofd was nog steeds helemaal kalm, totdat ik me zorgen begon te maken over waar die gevoelens vandaan kwamen.
Ik nam ze van anderen over.
Geen enkele reden voor paniek, ik had alle zekerheid.
En daar zat ik.
Mijn hoofd vrij kalm, mijn lichaam trillend van de zenuwen van anderen.
Dit zijn de dingen die ik niet wil kunnen.

Wijze raad

'Ik wil zo graag gelukkig zijn.'
Maar, ben je dat dan niet. Jij hebt immers nooit iets nodig. Jij hebt immers zoveel, dat je altijd alles weggeeft. Je hebt echte, betrouwbare vrienden, en dan nog een groep leuke vrienden die je ook vaak ziet. Jij hebt genoeg zelfvertrouwen. Deze vraag verbaast mij.
'Ik heb dat, maar ik heb geen geluk.'
Je haalt goede cijfers, je vind de mooiste dingen, je maakt de mooiste dingen en je hebt lieve mensen om je heen. Waarom zou jij in godsnaam geen geluk hebben?
'Ik voel het niet.'
Waarom dan niet. Geluk is geen ding dat je kunt zien, vasthouden of bij je dragen. Geluk is een gevoel. Een gevoel dat je vrolijk maakt en ik zie je zo vaak vrolijk.
'Dat weet ik wel, maar...'
Geluk is niet iets waar je op moet wachten, geluk heb je altijd bij je, de kunst is om het te zien en er niet naar opzoek te gaan, want dan zul je het nooit vinden.
'Dat klopt.'
Heb je gister gelachen?
'Ja.'
Waarom? Nee niet waarom, hoe voelde je je toen?
'Gelukkig.'

maandag 10 mei 2010

Blijf bij me

Jij wilt winnen.
Jij bent altijd fanatiek, elk spel dat je speelt.
Zelfs als je aan het voetballen bent met een kind van vier.
Iets minder hard, maar hij mag niet winnen.

Jij bent sterk.
Jij wint altijd.
Niet alleen omdat je het wilt.
Jij weet en kan alles.

Ik vertrouw op jou.
Blijf bij me.

Genot

Je bent alleen, met gesloten ogen.
Een ruimte met muren, vloer en plafond in een zachte kleur.
Je luistert. Dat is het enige wat je doet.
Je luistert naar een mooie, zuivere stem die fluisterend zingt over de klassieke tonen van een piano.
Enkel dat geluid, die hemelse klanken.
Ze speelt hoog, zacht en snel. Ze zingt lief, zacht en helder.
Een tekst hoor je niet, dat is voor een andere keer.
Je hoort alleen klanken die je oren verwennen.
Je voelt, ziet of proeft niets meer.
Je hoort alleen, luistert niet, verstaat de woorden niet.
Je hoort alleen haar klanken om je heen.
Je zit er in, ze houd je vast tot het einde, maar het lied duurt lang.
Gelukkig, want hier wil je in gevangen zitten.
Klanken veranderen
Je denkt niet, je hoort alleen. Weet niet dat dit het einde van het nummer is tot de stilte.
De stilte die lang genoeg duurt.
Lang genoeg om je los te kunnen maken. Te kijken naar de zacht gekleurde muren, de smaak van je tanden te proeven en de grond onder je te voelen.
Dan begin je te denken en je bent terug.
De stilte is voorbij, want je staat op.
Je leeft weer.

Lady Rowena

U bent oud. Ouderwets, streng.
U bent wijs. Dat komt denk ik omdat u er al zo lang bent.
U vertelt altijd verhalen, waar ik van geniet.
Altijd verhalen van eeuwen geleden, want u bent eeuwen oud.

U bent een geest, maar u heeft ooit op aarde geleeft.
Ik leer van u, ik vind u lief. Soms zie ik u, als u tijd heeft.
Met thee, oude, Engelse thee.
U spreekt alle talen, maar u gebruikt oude woorden.

U bent rijk geweest, u heeft macht gehad. U bent geliefd en gehaat geweest.
U bent mooi geweest, nog steeds. Maar ouder.
Mensen mogen u eerst niet, jonge mensen, want u bent oud en streng.
Ik vind u modern, omdat u alles snel begrijpt.
Mensen luisteren niet naar u, want u praat moeilijk en saai.
Dat vind ik mooi, geweldig om naar te luisteren.

Over een paar jaar komt u weer, heeft u vast weer macht.
De rest weten we nu nog niet,
of mensen respect voor u zullen hebben.
Ik wel.
U bent een bijzonder persoon: U weet, luistert en vertelt.
U hebt wijsheid EN kennis.
U geeft rust, laat me dingen doen als ik het zelf niet weet.

Ik wil u blijven kennen.
Ook als ik net zo oud ben als u nu.

zaterdag 8 mei 2010

Joppe

Grote bruine ogen
Lieve trouwe ogen
Ogen waarvan je het wit bijna nooit ziet
Jij hebt de mooiste ogen
De mooiste honden ogen

actrice

WAAR IS MIJN GEZICHT?! Nu weet ik niet meer hoe ik moet kijken, niet meer hoe ik moet leven. Iemand heeft het gestolen, het masker met mijn gezicht!
Ik weet zeker dat jij het was, JIJ die altijd zeurt dat ik mezelf niet ben, me anders gedraag.
Dat ik acteer. Geef mijn masker terug, mijn gezicht! Zo verdwijn ik, ik heb geen emoties meer.
Zeg niet dat ik die nooit had, ik ben geen actrice.

Ik ben in paniek. Ik huil. Dat is emotie.
JIJ had wel gelijk Ik heb mijn gezicht nog, maar waar is het masker? Je hebt het niet!
Opgelost.
Ik wordt echt, ik besta. Ik ben geen actrice meer, nu leef ik echt en jij liet het me zien.
Ik heb één probleem. Ik weet niet hoe ik moet leven.
Leg het me uit!

een dochter

Zou ze zomaar een tuin in lopen? Een tuin met mooie bloemen, om ze te plukken en in haar haar te doen. Om mij ze in haar haar te laten doen, of om ze in het mijne te doen.
Zal ze lijken, op waar ik op lijk? Zal ze mooi zijn, of te veel op mij lijken?
Zal ze als mij doen, als mij lachen?
Misschien snapt ze me wel nooit. Zal ze me altijd raar blijven vinden. Nooit in mij geloven. Raar over mij praten.
Ik hoop het niet. Ik hoop dat ze er op vertrouwd wat ik zeg, wil en doe. Dat ze luistert naar wat ik vertel en het mooie verhalen vind. Dat ze lief is, en denkt om anderen.
Niet asociaal zou worden, of kapitalistisch, waarvoor ik bang ben. Dat de hele wereld zo wordt.

Ik hoop dat ze er zal komen.
En ze mij goed vind.

wolken als mensen

Regen is mooi.
Het zijn parels die uit de lucht vallen.
Wie ze vangt wordt rijk.
Maar regen is ook triest.
De wolken huilen, hebben verdriet.
De wereld wordt grijs, omdat de wolken donkerder worden van het huilen.
Ik wordt rood van huilen, of bleek.
Het gezicht van een wolk zit er binnen in, want je ziet het niet.
Een wolk heeft een gezicht, want anders kan het niet huilen, of schreeuwen tegen andere wolken.
Zou een wolk van binnen dan rood worden, of bleek?
Wordt ik van binnen dan grijs?
Tranen zijn ook mooi.
Parels op wangen.
De reden is vaak niet mooi.
Wolken huilen vaak samen, doen mensen dat ook?
Mensen maken elkaar aan het huilen.
Zouden wolken dat dan ook doen?
Volgens mij verschillen wolken niet zoveel van mensen.
Ze bewegen, huilen en schreeuwen allebei.
Wie zou gelukkiger leven, een wolk of wij?

vrijdag 7 mei 2010

Ruzie

Hij valt best wel mee. Jij stelt je aan.
*Hij schreeuwt tegen je, hij mishandelt je mentaal. Luister gewoon, want wat hij doet en zegt is niet oke. Je begint het te geloven!*
Je weet over wie je het hebt? Ik heb hem gehaat en ik heb dingen gewenst waar ik enorme spijt van heb. Waar ik enorm van ben geschrokken. Dingen die ik over niemand wil denken.
*Wij zijn het er allemaal over eens dat hij de ergste man op aarde is!*
Je zorgt er maar voor dat je die terroristische aanvallen niet pleegt. Er zijn zoveel mensen die hem echt nodig hebben. Hij heeft echt wel geode kanten.
*Alleen buiten de deur! Die gast is zo blind, en hij trekt haar erin mee, dat hij niet ziet dat jij doodziek of moe bent! Hij laat je alleen maar harder werken, en door elk woord dat hij naar jou hoofd gooit, voel jij je nog ellendiger!*
Maar ik trek me er niets van aan.
*Als niemand kijkt huil je, je ziet er met de dag verschrikkelijker uit. Dit kun je me niet wijs maken!*
Jij stelt je aan. Ik ben meestal de gene die overbezorgd word genoemd. Wat klopt hier niet?
*Het klopt niet dat je het voor hem opneemt. Je bent te lief tegen mensen. Dit soort mensen mag je haten. Hij maakt je kapot! Je ziet het alleen zelf niet.*
Ik zie het duidelijk. Ik wil het niet zien. Ik haat ook geen mensen. Zelfs hem niet.
*Je bent bang voor haat*
Ja.

Utopie

Als er geen geld meer zou bestaan, dan zou er geen armoede meer zijn.
En niemand had nog macht nodig, dus ook geen oorlog.
Geen crissisen en geen paniek. Je leeft dan om anderen te helpen.
Niet langer voor jezelf, want als je iets nodig hebt loop je even naar de winkel, vraag je waar het staat en neem je het mee.
Het meisje dat er stond, stond er om de buurtbewoners te helpen. Gewoon. Want dat is dan normaal.
Voor nu zou iedereen dat overdreven vriendelijk en behulpzaam vinden, want dat zijn we nog niet gewend.

Tijd kost geld, dus je hebt alle tijd.
Tijd om te leren, over hoeveel problemen men vroeger had. Toen er nog geld bestond. Toen nog niet iedereen naar school kon.
In dit nieuwe tijdperk zou je natuurlijk een televisie kunnen halen en de hele tijd op je luie reet gaan zitten.
Veel vrienden zul je dan niet hebben. Of respect. Daar zul je dan niet lang mee kunnen leven.

Vrienden zijn net als geld. Kostbaar, van grote waarde.
Daarvoor werk je dan, voor mensen die je aardig vinden, en omdat je het leuk vind om dat te doen.
Kinderen zullen in geschiedenis boeken kijken en niet kunnen snappen hoe iemand nou geld kon verzinnen. Dat moet wel iemand zijn geweest die macht wou, die wou dat hij, en andere mensen beter konden zijn.
Opa's en Oma's vertellen honderduit over hoeveel problemen hun ouders hadden om geld te verdienen. Rijke mensen van vroeger moesten nu net zo hard werken als iedereen. Als ze luxe wilden moesten ze dat verdienen. En als genoeg mensen vonden dat je dat verdiende, kreeg je het gewoon.

Geld zou vreemd zijn. Geld zou niet goed zijn. Mensen die alleen werken voor meer vrienden ook niet. Die zouden snel vrienden verliezen als iemand dat door kreeg.

Nu. Wat moeten we met geld? Het kan ook anders.
Waarschijnlijk mooier en beter.
Toch?
Geen en minder zorgen of problemen. Minder ongelijkheid. Minder asociale mensen. Geen diefstal, want hoe moet je iets stelen als het goed is dat je het gewoon pakt. Waarom zou je dan nog iets stelen?
Toch?

woensdag 5 mei 2010

Rode lippen die kusjes geven.

Ik zie ze!
Mooie rode lippen.
Rode lippen zijn altijd mooi.
Rode lippen geven kusjes.
Rode lippen, die kusjes geven, zijn lief en zacht.
Ik houd van rode lippen.
Vergeet dan de rest van het gezicht
Onbelangrijk, dat geeft geen kusjes.
Van mooie onschuldige rode lippen.
Fel rood, bloed rood, glimmend.
Het roept en schreeuwt schoonheid.
Ze roepen en schreeuwen.
Mooie rode lippen.
Rode lippen die kusjes geven.

Ik besta niet

Ik besta niet.
Want jij droomt mij.
Je hebt me nog nooit in het echt gezien.
Gezien, gevoeld, geproefd, gehoord.

Je ziet me niet.
Want jij droomt mij.
Je wil me graag zien.
Je hebt me half verzonnen en verheerlijk.

Je voelt me ook niet,
want jij droomt mij.
Tegen jou aan, beschermend voor de nacht.
Ik ben geen engel, want die bestaan.

Jij proeft mij helemaal niet.
Want jij droomt mij.
Zo ver zou ik nooit gaan als ik bestond.
Dat zijn je eigen stoute dromen.

Je hoort me niet.
Want jij droomt mij.
En zelfs als je droomt hoor je mij niet.
Je luistert naar geen enkel woord die ik tegen je spreek.
Ik spreek tegen je!
dan besta ik toch.

bloost

Ik sluit mijn ogen.
Ik zie zwart en wacht tot ze komt.

Ik zie het mooie warme vuur, van de rode vlammen rond haar gezicht.
Ze golven en lachen.
Ik zie haar lichaam.
Zacht, rond en beeldschoon.
Ze kijkt met stralend blauw grijzig,
en lacht zacht oranje rozig om wit.
Ze staat met blote voeten en kijkt me enkel aan.
Als een godin staat ze.
Van mij, mijn godin.

IK zie haar, niemand anders.
Ik wil haar zien tot ik iemand zo zie met open ogen.
Open ogen.
Open ogen!

Ze is weer weg,
ze dook in het water en zwom omhoog.
Zo snel als mijn luiken open gingen,
zo snel zwom ze.

Dag, mijn godin,
van mij.
Niemand anders.

is het geen spiegel?

Ik zie parels op je wangen,
lopend langs je lijkbleke gezicht.
Ze komen om het hoekje van je blauw zwart wit, dat langzaam rood word.
De hoeken van het hart om de witte stenen staan naar beneden.
En onder blauw zwart wit paarse kringen.

Ik zie kapot, ik zie moe,
ik zie gebroken ik zie op.
Ik zie alleen.

Niemand kon je helpen, omdat niemand het wou zien.
Niemand wist van je pogingen tot ik wil dood.
Velen maakten het erger.
Velen riepen moeten, weg, fout.
Velen commandeerden je lichaam en lieten je hersens schreeuwen.

De bruine zee hangt als een slappe lijst om je lijkbleke gezicht.
Twee beeldhouwwerken met elk vijf punten van haat of liefde in je witte wangen.
Je denkt het weer.
Ik kan het zien.
Je wil weg van hier.

Ik weet dat je dat zelfs niet meer kan, want je bent zwak.
Jij hebt nog nooit iets gekund.
Alleen kon je nooit een stap zetten.
Jij kan niets!

En niemand die het zag.
Niemand die alleen helpen kon of wou.
Niemand die haar leerde, in het echt, die het haar voor deed, hoe alleen te doen.
Alleen op papier, simpel, weten.
Dat kon ze wel, jij, je.

Parels stoppen, komen niet meer.
Je daalt, wordt steeds lager.
Je ligt met je luiken over blauw zwart wit.
De beeldhouwwerken genageld in de bruine zee tot rood vloeit er tussendoor.

Je ligt voor mijn voeten.
Ik zie kapot, ik zie moe,
ik zie gebroken, ik zie op.
Ik zie jou, jij, je, mij...

Zwak.

Niet denken, ik zak ook.
Naast jou.
Ik kan niet meer zien.
Ik zie vingers voor mijn ogen en laat mijn minder mooie parels stromen.

Wij.
Kapot.
Niemand.

ik

Ik ben anders.
Ik ben abnormaal.
Ik ben raar, vreemd, gek.

Ik zie dingen die er niet zijn.
Ik zie soms leuke dingen.
Ik zie soms enge dingen.
Ik fantaseer dingen soms,
Maar vaker zie ik ze per ongeluk.

Ik zie dode mensen lopen.
Ik zie slapende mensen lopen.
Ik zie levende mensen lopen.
Ik droom niet, want wat ik 's nachts zie is meer dan dat.

Ik ben vrolijk.
Ik lach vaak en veel.
Ik wordt blij van mensen helpen.

Ik erger me aan mensen die asociaal doen.
Ik erger me aan mensen die naar doen.
Ik ben bang voor mensen die boos doen, ook al is het niet tegen mij.

Ik vind het leuk om naar mensen te kijken.
Ik word vrolijk van mooie mensen.
Ik word vrolijk van aardige mensen.
Ik word vrolijk van een onbekende die mij groet.

Ik vind meisjes mooi.
En veel vrouwen van in de dertig.
Ik vind een mannengeur vies.

Ik houd van veel kleur.
Ik word moe van grijs.
Ik word stil van zwart.

Ik wil leren.
Ik wil worden.
Ik wil zijn.
Ik wil samen.
Ik wil hebben.
Ik wil niet zoveel willen.

Ik wil liefde.
Ik wil mensen laten lachen.
Ik wil aandacht van die mensen.
Ik vind dat fijn.

Ik ben vreemd, raar, gek.
Ik ben abnormaal.
Ik ben anders.
Ik ben Annika.

dromen

Ik ben niet raar,
Ik ben heel gewoon.
Want het is niet raar
dat ik 's nachts in een andere wereld woon...

Vrij

Als een vogel,
Zo wil ik zijn.
Vrij in de lucht,
Wat is dat fijn.
Al je gedachten vrij,
Door één ding zo klein.

Als een vis,
die door het water zweeft.
Die iedere dag,
weer geen zorgen heft.
Als een vis,
die zonder zorgen leeft.