zondag 25 september 2011

Herkenbaar

Mopperend en stampend loopt ze door het huis. Terwijl ze alles wat los zit optilt en terugzet, springt iedereen uit de weg. Alle deuren en laden doet ze open en dicht. Een kreet van woede en lichte paniek. Daarna 'Ik heb het nu nodig, nu! en ik had het net in mijn handen'. Ze laat zich op haar knieƫn vallen, kruipt door het huis. Op haar buik om onder de banken te kijken. Zuchtend gaat ze staan en doet ze haar rondje nog kwader opnieuw. Na twintig minuten hopeloos gezocht te hebben, met het zweet op haar voorhoofd staat ze met haar handen in haar zij. Ze geeft het op. Met haar hoofd in haar handen gaat ze zitten. Kijkend naar de agenda van waaruit het vermiste briefje haar doodleuk toe lacht. 'oh ja, ik had het gelegd op de plaats waar ik het vaakst kijk en waar ik het niet vergeten zou. Moet ik het nu daar laten liggen, of het op een beter plek leggen om verder zoeken te voorkomen? Als ik dit denk weet ik straks vast niet meer wat ik heb gedaan.'

adem

Geboeid door het op en neer gaan van een geweldig zachte vorm.
Kijkend word ik rustig en bewonder ik de schoonheid van de bijna onzichtbare beweging van haar borst.
Ik ga mee in het ritme van haar ademhaling.
Dan ademen we synchroon.
Het ontspannende onopvallende op en neer.
Geniet ik stiekem en hopelijk net zo onopvallend.
Als de mooie vrouw die ik van schuin achter en niet eens zo duidelijk zie.
Mooi omdat ik rustig van haar ritme word.
Heb ik iets wat veel interessanter is dan waar ik mijn aandacht bij zou moeten houden.
En ga ik langzaam dromen.
Val ik langzaam in slaap.

zondag 4 september 2011

Over mij

Dit gaat over mij.
Ik ben het onderwerp.
En niemand weet wie ik ben.

Ik kan iedereen zijn.
Man, vrouw.
Jong, oud.
Vrij, getrouwd.
Ik kan mooi zijn, ik kan lelijk.
Ik ben hoe jij me voor je ziet.
Of ben ik jou, want jij bent ook een ik.
Voor jezelf. Maar dan zou jij jij niet zijn.
Dan zijn we beiden ik.
Of ben ik jij.

Wie zal ik toch zijn.
Wie zal ik toch wezen.
Ik ben ik.
Vul jij me dan in?

natuurlijk

Ogen als de zon
Wangen als de wolken
Stem als de wind
Geur van de bloemen
Haar dat golft als water
Lichaam beweegt als sierlijke takken
Sterk als een steen
Breekbaar als droge bladeren
En schoon als alles samen.
Engelen bestaan.

Lieve Harm

Ik heb nog steeds niet de juiste woorden gevonden,
de juiste gedachten gehad,
om te zeggen en beseffen
dat nou definitief is waarvan iedereen wist dat het kwam.
Wat gaat het dan toch opeens en snel.
Ik durf niet te veel te denken of te dichtbij te komen.
Als het al erg is die geweldige man in een stoel te zien terwijl hij bijna niets meer kan,
klopt het al helemaal niet meer als die zelfde sterke man helemaal niets meer kan.
Ik neem de tijd om voorzichtig te herinneren.
Jou herinner ik me als voorbeeld.
Als groot, geweldig en goed.
Bedankt dat je hebt bestaan Harm,
al was het veel te kort.
Toi toi toi daarboven.


Ik geloof dat dit mijn woorden voor je zijn.