zondag 25 september 2011

Herkenbaar

Mopperend en stampend loopt ze door het huis. Terwijl ze alles wat los zit optilt en terugzet, springt iedereen uit de weg. Alle deuren en laden doet ze open en dicht. Een kreet van woede en lichte paniek. Daarna 'Ik heb het nu nodig, nu! en ik had het net in mijn handen'. Ze laat zich op haar knieƫn vallen, kruipt door het huis. Op haar buik om onder de banken te kijken. Zuchtend gaat ze staan en doet ze haar rondje nog kwader opnieuw. Na twintig minuten hopeloos gezocht te hebben, met het zweet op haar voorhoofd staat ze met haar handen in haar zij. Ze geeft het op. Met haar hoofd in haar handen gaat ze zitten. Kijkend naar de agenda van waaruit het vermiste briefje haar doodleuk toe lacht. 'oh ja, ik had het gelegd op de plaats waar ik het vaakst kijk en waar ik het niet vergeten zou. Moet ik het nu daar laten liggen, of het op een beter plek leggen om verder zoeken te voorkomen? Als ik dit denk weet ik straks vast niet meer wat ik heb gedaan.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten