zaterdag 26 juni 2010

Ik heb een afspraak met de zon vandaag.

De zon kietelt in mijn oren.
Ik ben weer helemaal verloren.
Warme stralen voel ik op mijn huid.
Zoveel mogelijk kleren trek ik uit.
Gras strijkt langs mijn blote voeten.
Vandaag hoef ik nietmand te ontmoeten.
Want ik heb een afspraak met de zon vandaag.

Het is vandaag een heerlijke dag.
Ik ben blij dat ik vrij hebben mag.
Bruin bakken en lekker zweten.
Ik ben vandaag met de zon aan het daten.

Morgen heb ik weer tijd voor andere dingen.
Nu loop ik zomerse liedjes te zingen.
Vang zo'n prachtige dag moet je genieten tot de zon staat laag.
Ik had lekker een afspraak met de zon vandaag!

Liefde?

Jij mag van iedereen houden.
Jij mag het met iedereen doen.
Zolang je ook maar een beetje van mij houd en daar niet over liegt.
Dan ga ik niet bij je weg.
Dan is het goed.
Dan zij wij gelukkig.
Wij, omdat jouw geluk wij maakt.
Als je mij bij je laat zijn, maakt de rest wat je doet mij niets uit.
Vind dan nog maar zo'n iemand.

Snap het maar niet.

Ik wil niet snappen wat veel mooier is als je het niet begrijpt. Iets wat veiliger en beter is als je er geen verklaring voor weet. Waarom zou iemand dat willen? Dat moet je niet. Ga niet naar een antwoord zoeken van een beeldschone vraag. Het antwoord zal zich erover heen buigen en de kans is klein dat het antwoord net zo mooi of mooier is dan de vraag. Leg je er bij neer en bewonder gewoon die vraag. Zo is het dan beter, om er zo weinig mogelijk over na te denken. Geen waarom, er is geen goede reden voor, laat staan een slecht daarom. Laat het onverklaarde mooi zijn. Mooi en mysterieus. Zo blijft het ook wel bij je, zonder dat je het snapt. Als je iets begrijpt, verlaat het je sneller en dan komt het dus ook steeds minder bij je terug. Tot het is verdwenen door een onnodige verklaring. De allesverpestende uitleg. Laat daarom de onduidelijke schoonheid aanwezig zijn en blijven. Dan raak je het ook niet kwijt.

ik hoop dat ik niet besta

Ze is niet wie je denkt dat ze is.
Zij is iemand waarvan alleen niemand weet.
Zij bestaat alleen als ik dat niet doe.
Ik besta daardoor alleen als zij dat niet doet.
Wij bestaan uit angst en onzekerheid.
Jullie bestaan allemaal.
Jullie weten dat ook zeker van elkaar.
Als zij bestaat, bestaan jullie nog, en als ik besta bestaan jullie ook.

Ik wil niet bestaan.
Want alleen dan bestaat zij.
Daarom hoop ik dat ik niet besta.
Want anders kan ze niet het mooiste zijn wat er bestaat.
Dan is ze het mooiste wat niet bestaat.
En daar wil ik niet van houden!
Zij bestaat, al is het alleen omdat ik dat wil.
En daarom droomt iedereen mij.
Dat maakt mij alleen niemand.

wat ik wil

Ik wil je zien
Ik wil je bekijken
Ik wil je beschouwen
Ik wil voor altijd van je houden.

Ik wil je horen
Ik wil naar luisteren
Ik wil je stem
Ik wil dat je voor altijd bij me bent.

Ik wil je voelen
Ik wil je aanraken
Ik wil je betasten
Ik wil jou ook met mijn leven belasten.

Ik wil je ruiken
Ik wil je proeven
Ik weil je op elke mogelijke manier.

Ik wil je bij mij
Ik wil je dichtbij
Ik wil je hier.

Had ik al gezegd dat ik je wil lezen?
Ik wil al je woorden door mijn hoofd laten gaan.
Zonder dat ik ook maar een enkele letter van je over zal slaan.

Had ik al gezegd dat ik je wil schrijven?
Dat ik voor altijd bij je wil blijven?
Want ik wil jou!

Een soort van thuis

Als er een wereld zou bestaan, waar al onze fantasieen zichtbaar zouden samenkomen, dan zou ik nooit meer willen ophouden met dromen.
Want dat ik droom wat jij gaat doen of hoe je er uit zal zien, is veel meer dan mijn eigen fantasie.
Jij lacht naar me en kijkt me te lang aan, of je negeert me omdat ik niet kan bestaan.
Ik droom jou, en jij droomt mij ook, maar wat ons dwars zit is de onzekerheid die door onze hoofden spookt.
Het niet durfen geloven wat zo duidelijk is. Dat niet durfen omdat het onmogelijk is.
Mijn fantasieen zijn ook de jouwe. Dat het onze fantasieen zijn durf ik te vertrouwen.
De twijfel die blijft gaat dan over of jij wel beseft dat je fantaseert want alle manieren van vragen heb ik al geprobeerd.
In mijn fantasieen ben ik van jou, terwijl ik het ook wel andersom zou willen. We zijn het dus niet altijd met elkaar eens, waardoor we soms tegen elkaar lopen te gillen.
Dat is een bewijs van dat het niet alleen mijn fantasieen zijn, want dan zou alles zo gaan als ik het wil en doe je me nooit meer pijn.
En ik zou jou dan ook nooit meer pijn kunnen doen, dus dan zijn we aan alle pijn ontkomen. Zeker zullen wij zijn in een wereld waar onze fantasieen zichtbaar samenkomen.

zondag 20 juni 2010

Eindelijk

Wij stappen door een deur, we zien haar zitten. Ze wacht aan een lege tafel. Zij wacht altijd. Altijd op gezelschap. Altijd op aandacht. Ze ziet ons niet, want ze is druk bezig. Ze voert een gesprek en lacht naar de andere kant van de nog steeds lege tafel, waar een stoel naar achter is geschoven. Alsof er iemand zit. Dan kijkt ze achterom en zucht.
'Eindelijk! Jullie waren weer zo lang weg, ik heb op jullie gewacht.'
Ze doet ons pijn. Wij waren hier gister nog. Ze wacht altijd en vergeet alles. Wij lachen maar. Geven haar thee en gaan naast haar zitten. Ze is zo klein, zo jong. Jij kucht. Jij glimlacht naar haar en vraagt met wie ze aan het praten was. Zij begint een heel verhaal over mensen die niet bestaan. Zij doet ons pijn. Wij willen niet dat ze zo is. Wij willen niet dat ze zo denkt. Wij willen dat ze gewoon, bij ons kan zijn. Maar dat kan niet. Het is moeilijk om haar te zien. Zij doet ons pijn. Jij lacht en vraagt met gemaakte interesse verder. Ze barst in huilen uit.
'Het is niet echt, niemand bestaat! Daarom moet ik hier zitten wachten. En jullie nemen me nooit mee!'
Wij kijken elkaar aan. Dit heeft ze nog nooit gezegd. Zou ze doen alsof ze dit beseft of zou ze het al die tijd al hebben geweten? We gaan weer als ze rustig is. Ik zei dat wij wel bestonden. Dat vond ze fijn. En ze geloofde het. Oude mannen kwamen weken lang moeilijke vragen stellen. Tot ze naar ons mocht. Terug naar ons. Wij waren blij. Zij was ongelukkig.
Zij bestond niet meer.

Bedankt

Bedankt dat jij bestaat.
Bedankt dat jij kan lachen.
Bedankt dat jij kan denken.
Dat was alles wat je mij hoefde te schenken.

Bedankt dat jou ogen kunnen kijken.
Kunnen beschouwen, zien en spreken.
Bedankt dat jouw lichaam kan bewegen.
Daardoor ben ik gelukkig deze weken.

Dansend leven

Ik vroeg je leven ten dans op een zomerse dag,
Maar dat die dans levenslang is, is wat ik te laat zag.
Onze levens dansen nu nog steeds met elkaar.
We dansen een dans die ik als vreemd ervaar.
Jouw leven draait het mijne rond,
Onze dans houd mijn voeten van de grond.
Jou leven laat het mijne zweven.
Door alle kamers in ons leven.
Jij stapt achter jouw leven aan,
Wij vragen ons af hoelang nog door te gaan.
Ik dans in de armen van jouw leven.
Ook al weet je het niet, daar dans ik al even...

Deugd niet

Natte druppels vallen op onze armen,
Onze haren worden langzaam nat.
Straks gaan we naar binnen om ons te warmen.
Nu is het koud omdat ik de jassen vergat.

Samen staan wij in de regen,
Te kijken naar elkaars gezicht,
Op een van de kleine wegen
Die ons leidt naar het gesticht.

Samen zullen wij gek zijn.
Samen zullen wij op elkaar.
Samen kennen wij geen pijn.
Samen kennen wij geen gevaar.

Jouw witte shirt word steeds natter.
Zo nat dat ik alles er doorheen kan zien.
Je haren liggen steeds platter.
Zo plat dat ik misschien

Een van mijn koude handen er door heen durf te halen,
Je voorzichtig aan durf te raken.
Ik weet dat ik ook dit keer weer zal falen.
Die durf zou ik nooit kunnen maken.

Ja, Ik maak durf voor mijn gekke hersens.
De gestoorde hersens die gek zijn op jou.
De hersens die telkens
Weer kijken naar de onbereikbare vrouw.

De vrouw die in al mijn dromen
Net zo gek als mij zal zijn.
Die ook niet naar mij toe durft te komen.
Die alleen net zo bang is voor de pijn.

Samen staan wij in de regen.
Samen te wachten op mannen in witte jassen.
De mannen die komen van de grote wegen.
Die ons gaan leren hoe we ons kunnen aanpassen.

Die ons gaan leren hoe normaal te zijn.
Die ons van vreemde fantasieën gaan verlossen.
Dan zal alles weer beter zijn.
Ze gaan al de gekke dingen voor ons oplossen.

schitterende ergernis

Jij bent mooi.
Jij bent prachtig.
Jij bent alles tegelijk.
Jij leid me af.
Jij houd me wakker.
Jij hebt ook negatieve kanten tot mijn spijt.

Jij verteld mij lieve dingen.
Jij maakt mij onzeker over mijn bestaan.
Jij laat mij hier vaak over twijfelen,
Maar pijn heb je mij nog nooit gedaan.

rust

Neemt U alstublieft wat rust,
U ziet er ongelofelijk moe uit.
Gaat U alstublieft wat slapen,
Neemt U alstublieft wat rust.

U hoeft zich niet zoveel zorgen te maken.
Ik beloof U dat alles goed komt.
Ga eventjes rustig zitten.
Neemt U alstublieft wat rust.

U hoeft niet zo bezorgd te wezen.
De drukte in Uw hoofd kan wel weer gaan.
Maakt U zich nou maar geen zorgen,
Neemt U alstublieft wat rust.

Ik zou alles van U willen overnemen.
Alles voor U willen doen.
Ik zal U verlossen van al Uw problemen,
Maar sta dat dan alstublieft wel toe.

Ik ben bezorgd over U.
De enige waarvan ik zonder twijfel
Geloof dat U bij me bent.
Gaat U nou alstublieft wat slapen,
Neemt U nou alstublieft wat rust.

ergernis

Ik hoef geen geld. Ik wil het niet, ik wil gewoon mensen helpen!
Geld is slecht.
Geld veroorzaakt problemen, en geld veroorzaakt ruzies en macht.
Zonder geld zou toch alles beter zijn? Want zonder geld leef je voor elkaar. Zonder geld zouden er veel minder problemen zijn.
Ik vind geld de grootste onzin die er ooit is bedacht. Ik vind geld waardeloos!
Ik heb een hekel aan geld en wat het met mensen doen. Waarom moet zoiets bestaan, waarom moet men het nodig hebben om te leven? Waarom is dit ooit bedacht?!
Bah!

woensdag 16 juni 2010

vroeger geschreven 7

Druk maken, bang praten, alles bedenken.
Het komt wel goed, geen aandacht aan schenken.
Misselijk duizelig en ook ongesteld.
Wie mij red is een echte held.
Ontzichtbare vrienden en wat magie,
Ben ik dan de enige die ziet wat ik zie?
Alleen in een hoekje, bang en stil.
Dat is het tegenovergestelde van wat ik wil.

vroeger geschreven 6

Bang voel ik me.
Bang om alleen te zijn.
Eenzaam en alleen.
Alleen in die enge stilte.
Niemand om me heen.
Al zijn er zoveel mensen.
Ik voel me alleen.

vroeger geschreven 5

Angst voor alles om me heen.
Ik ben helemaal alleen.
Bang in het donker, bang in het licht.
Leven doe ik met mijn ogen dicht.
Een andere wereld, een ander plek.
Het mag best hoor, verklaar me maar voor gek.
Maar daar voel ik me veilig en blij,
met een paar lieve mensen aan mijn zij.

vroeger geschreven 4

Ik wil weer met je praten,
en met Pake en de rest.
Ik wil weer met je lachen,
zonder dat iemand het verpest.
Ik wil je weer zien,
niet alleen je schim.
Ik wil je weer voelen,
in mijn hart, er binnen in.
Oma ik mis je.
Ik hoop dat ik je weers snel vind.
Ik voel me al wat sterker,
maar ik ben nog steeds een kind.

vroeger geschreven 3

Jij stom kind,
Nooit doe je iets voor een ander.
In ieder geval nooit iets voor mij.

Jij stom kind,
Ik wil dat je verandert.
Dan maak je mij blij.

Jij stom kind,
Haal eens wat te drinken,
Of lig je liever op de bank te stinken?

Jij stom kind,
Ik doe zo veel voor jou.
En het is de bedoeling dat ik van je houd.

Jij stom kind,
Mag ik dat boek even lenen.
Nee! is het dat en ik heb weer straf.
Jij komt er natuurlijk weer mooi vanaf.
Jij bent al bijna net zo erg als hij.
Denk alsjeblieft ook eens aan mij?

vroeger geschreven 2

Haat voelt ze als hij tegen haar praat.
Als hij voor haar staat.
Als hij naar haar kijkt,
maar iedereen zegt dat ze op hem lijkt.
Daardoor kan ze hem niet haten.
Daardoor kan ze er niet over praten.
Ze mag hem niet haten denkt ze vaak.
Maar elk woord wat hij zegt is goed raak.
Ze kan er niet meer tegen....

vroeger geschreven 1

Laat me gaan, laat me vrij!
Ik heb toch ook een leven?
Laat me gaan, laat me vrij!
Als is het voor heel even.
Ik wil hier weg,
Ver hier vandaan.
Het is jouw schuld,
dus laat me gaan!
Altijd zeuren, altijd zeiken.
Straks begin ik nog op je te lijken.
Als ik iets doe wat jou niet zint,
Dan sla je me als een klein kind.
Laat me nou een keer met rust!
Voor mij heb je het allang verprutst

zaterdag 12 juni 2010

tot in het gesticht

Hoe ver zou jij gaan voor mij?
Voor iemand waar je over droomt.
Iemand waarvan je niet weet of ze ook echt die tweede kant heeft.
Maar wel iemand waarvan je weet dat ze bestaat.

Hoe ver zou ik gaan voor jou?
De vrouw waarvan ik droom.
Waarvan ik niet zeker ben of ze ook over mij droomt.
Maar wel dat ze bestaat.

Ik denk dat ik heel ver zou gaan voor jou.
Omdat jij de vrouw ben die ik als een godin beschouw.
Omdat ik dat ook doe in mijn dromen.
Ik zal nooit met een 'nee' kunnen wegkomen.
Ik heb jou lief, iedere nacht.
Jij hebt mij betoverd met je schitterende pracht.
Ik wil je niet omdat het niet kan.
Ik ben daarvoor vreselijk bang.
Bang dat je niet bestaat, dat ik alles heb verzonnen.
Maar door al die 'toevalligheden' heb ik die angst al bijna overwonnen.
Als ik je wil, wil ik je echt.
Ik wil namelijk niet dat ik me aan een droom hecht.
Jammer genoeg heb ik dat allang gedaan.
En de vraag blijft: hoelang kan ik dat nog aan?
Ik wil dat je naar me toekomt en me alles vertelt.
Dat je me het bewijs geeft en me zoent met veel geweld.
Zelf zal ik dat nooit durven doen.
Dat kan ik met zekerheid zeggen over die zoen.
Jij of een ander zal de stap moeten zetten.
Anders komen we op een plek waar iedereen op ons zal letten.

Maar daar kunnen we het rustig aan elkaar vertellen
En niemand kijkt er dan nog van op,
Dat die gekke mensen allemaal
Dezelfde dingen zagen in hun malle kop.

Hallo, bekende.

Ik heb jou één keer ontmoet.
meer dan 3 jaar geleden.
Maar jij herkende mij.
Jij wist zomaar nog wie ik was.
Jij wist zelfs mijn naam nog.
Jij ging naar me lachen.
Jij ging tegen me praten en aan me vragen.
Jij wist nog best veel van mij.
Wist ik nou nog maar wie jij was...

goedemorgen

Goedemorgen schemer,
Goedemorgen allemaal.
Ik was als eerste wakker.

Ik zag jullie dromen.
Ik zag wat jullie deden in je slaap.
Ik zag hoe jullie wakker werden.

Goedemorgen zei ik als eerste.
Goedemorgen met een lach.
Nog niet iedereen kon lachen.
Ik ben altijd de eerste die lachen mag.

tt, vt, vd.

Loop, liep, gelopen.
Sluip, sloop, geslopen.
Ren, rende, gerend.
Allang gezien dat jij hier bent.

Spring, sprong, gesprongen.
Zing, zong, gezongen.
Denken, dacht, gedacht.
Ik had het stiekem al verwacht.

Feest, feestte, gefeest.
Je bent hier, was hier, bent hier geweest.
Kijk, keek, gekeken.
Nu dus niet meer, is net gebleken.

In de verre verte

Ik kijk tot in de verste verte.
Ik zie alle huisjes staan.
Alle huisjes, koeien en schapen.
Ik kan zo ver kijken, dat het lijkt alsof ik de hele wereld kan zien.
Ik zie alles.
Alles en ver.

In de verte zie ik iemand staan.
Ik weet niet wie het is.
Daarvoor is het te ver.
Veel te ver in de verre verte.
Ik kijk beter en doe een stap vooruit.
Ik herken een lichaam.
Een zacht lichaam.
Een vrouw staat voor een boom.

Ik doe nog een stap vooruit.
Dan zie ik het.
Dan zie ik jou.
Zou ik de enige zijn die je ziet?
Of zou je er echt staan..?
Of zou ik je weer dromen..?
Je komt dichterbij!
Lijkt het.
Je loopt op een pad.

Ik durf niet te vragen of iemand anders je ook ziet.
Jij staat in de verte.
Jij staat mooi te wezen als altijd.
In die verre verte.
Daar sta jij.
Daar zie ik jou.

maandag 7 juni 2010

zomerdag

De zon schijnt, het is warm.
Ik denk aan jou.
Ik ben druk bezig, met van alles.
Maar ik denk aan jou.
Ik denk vaak aan jou.
Heel vaak, bijna altijd.
Ik zie je vaak voor me.
Minder vaak, maar nog steeds vaak.
De ene keer is duidelijker dan de andere.
Ik hoor je stem, je lacht als ik dat wil.
Dat weet ik, hoe die zijn.
Die zijn van jou.
Jij maakt mij vrolijk.
De gedachte dat jij echt bestaat maakt mij gelukkig.
De twijfel of je hier wel echt bent maakt mij onzeker.
Jij maakt mij onzeker.
Jij maakt mij vrolijk onzeker.

Het is warm,
De zon schijnt...

Leven

Mensen hebben twee benen, en er zijn twee paden voor mensen. Naast elkaar.
We lopen wijdbeens tot de dood. Het einde van één van de paden. Het pad waar de meesten van ons met hun hoofd boven hangen.
Men loopt met het hoofd scheef.
Het linker pad is het pad van de aarde en het leven. Het rechter pad is het pad van de lucht en het dromen. Als je recht met je hoofd loopt, ben je je al van vrij veel dromen bewust.
De helft.
Met je hoofd helemaal naar rechts, besef je al je dromen.
Dat doe ik.
Dat doen er niet veel.
Dan zie je ook mensen die niet meer op het linker pad kunnen lopen. Of de helft, zonder hoofd, dus de onbewuste helft van mensen die nog op beide paden lopen.
Ik loop met mijn hoofd naar rechts, tot het einde!

Dat Ik Alleen Ben

Ik weet dat je echt bent.
Dat heb ik gezien.
Dat heb jij gezegd.
Dat heb ik niet alleen gedroomd.

Ik weet dat jij bestaat.
Ik heb je zien lopen.
Ik heb je horen praten.
Ik heb je gezien!

Ik weet dat we elkaar niet kennen.
Alleen als je hier bent.
Alleen als je ook droomt.
Alleen dan.

Ik weet dat er iets moet zijn.
Ben er niet zeker van.
Ben dat nog nooit geweest.
Ben wel heel veel toeval tegengekomen.

Ik weet dat ik alleen ben.
Nu nog wel.

The one that to you belonged

I've seen you dancing,
Dancing in my room.
Your hair was like the fire of the sun,
Your skin was beautiful like the moon.

You were dancing,
Dancing to different songs.
You danced so beautifully,
And I wished I was the one that to you belonged.

You were swaying,
Swaying in my room.
You were dancing,
Dancing all afternoon.

Your dance was lovable,
Quick, graceful and sweet.
Your moves were enchanting,
They enchanted me every new beat.

Your eyes were closed,
Your lashes were sparkling.
Please lovely baby,
Be my sweet darling.

I saw you sway,
Sway to different songs.
You swayed so beautifully,
And I wished I was the one that to you belonged.

Jij bestaat niet

Jij bent het vuur waaraan ik me elke keer weer brand.
Jij bent als de zon en de maan.
Jij bent soms bij mij.
Jij bent het mooiste dat er bestaat.
Ik weet niet eens of je bestaat.
Vast.

woensdag 2 juni 2010

omdat je moest

Je bent zo ver,
maar ook zo dichtbij.
Ik weet dat je ver weg bent,
maar je bent ook hier naast mij.

Dat droom ik, en mijn dromen zijn niet normaal. Mijn dromen zijn helemaal echt of helemaal nep, maar dan zullen veel dingen te toevallig zijn.

Ik wil je niet ver,
Ik wil je veel dichterbij.
Ik weet dat je ver moet zijn,
maar ik wil je bij mij.
Was ik maar zeker van je veiligheid.
We kennen elkaar niet, maar jou wil ik nooit meer kwijt.

Ik weet dat het nooit mij schuld zou kunnen zijn, maar ik zou het mezelf nooit vergeven als jou iets overkwam. Wanhoop zal mij vullen, en angst. Ik bescherm je tegen alles. Dat beloof ik je. Toch ben ik bang dat ik niet besta en dat die bescherming niet werkt.

Lief, je bent zo ver,
maar ook zo dichtbij.
Ik weet dat je ver weg bent,
maar je bent ook hier naast mij.

Lieve godin

Als jij echt zou zijn.
Je bent echt, dat weet ik.
Ik zie je wel eens.
Als jij echt hier zou zijn.
Als jij dezelfde fantasieën als mij zou hebben.
Dan pak ik je vast en laat ik je nooit meer los.
Dan zoen ik je op ieder mogelijk moment.
Dan wordt ik boos op iedereen die niet vind dat jij het mooiste van de wereld bent.
Dat kun je niet vinden, want dat is een feit.
Ik zal tegen je aan liggen en je aanraken.
Als je echt hier zou zijn, dan zou je meer doen dan alleen maar staan.
Dan zou je meer doen dan kijken en lachen.
Dan zou je naar me toekomen en me vasthouden en commanderen.
Want dat vind ik stiekem fijn.
Ik zal niet van de vurige golven en getekende lijnen in je gezicht af kunnen blijven.
Ik zal ze met mijn vingers volgen en mijn hoofd er tegen aan leggen.
Als ik je zie, dan wil ik jou.
Dan wil ik jou bij mij.
Dan wil ik je voorzichtig liefhebben.
Als je echt hier zou zijn.
Als je de zelfde fantasieën als mij zou hebben.

De dansers

Jullie gaan snel door deze kamer.
Ik zie jullie draaien in deze zaal.
Jullie zwieren en zwaaien in elkaars armen.
Jullie kijken elkaar verliefd in de ogen.
Ik zie hoe stevig jullie elkaar vast houden.
Jullie voeten stappen snel en precies tegelijk.
Ik vind jullie mooi, hoe jullie gaan, draaien, zwieren en zwaaien.
Jullie lachen en buigen.

Dan gaan jullie opnieuw.
Jij tilt jou op en zo draaien jullie een paar keer.
Jij laat je hangen en vertrouwt volledig op jouw armen.
Jullie draaien en zwaaien, bewegen sierlijk en snel door de kamer.
Jullie genieten en hebben plezier.

Ik ook, ik kijk, ik vind jullie mooi.
Draai, stap, los, spring, sprong, buiging.
Dat was de laatste.
Jullie lopen weg, geen idee ervan gehad dat ik keek.
Ik kijk altijd.
Stiekem.

Alsjeblieft

Ik wil jou niet willen.
Ik wil jou niet zien.
Donder gewoon op.
Ik wil je niet mooi vinden.
Ik wil je niet liefhebben.
Kom nou alsjeblieft niet terug.
Ik wil niet houden van jou,
van iets waarvan ik n iet weet of het hier wel echt is, wel echt bestaat.
Ik wil niet verliefd zijn op iets in mijn hoof, op een beeld.
Ik wil je niet zien.
Ik wil je niet bij me.
Ik wil je niet voelen.
Ik wil helemaal niets van jou.
Dit kan niet.
Ik vind het niet kunnen.
Ik vind dat het uitmaakt.
Dat het wel uitmaakt.
Ik wil niet dat je naar buiten rent om de wind door je haar te laten gaan.
Ik wil jou niet!

Tenzij je echt bent, je echt naar me toe komt.
Maar voor nu denk ik: Donder Op!

gewoon alweer

Het is je weer gelukt hoor, simpel door een paar woorden en een blik waaruit ik al je gedachten kon lezen. Gedachten die schreeuwen dat ik hier niet welkom ben, dat je me alleen wilt zien als het jou uitkomt en vooral die gedachte dat ik lui, lelijk en dom ben. Dankzij jou geloof ik daar bijna in. Gelukkig zijn er anderen die het tegenovergestelde zeggen. Dankzij jou duurt het niet lang meer tot dat ik in stort. Je doet me pijn met bijna elke woord dat je zegt. Als ik uitgeput of ziek ben, ben ik lui en moet ik alleen maar harder werken. Als ik het hele huis door ren voor je en de hele dag druk bezig ben met school, ben ik ook lui en zeur je ook dat ik harder moet werken. Als ik iets aan je vraag, wat ik allang niet meer durf, schreeuw je dat ik dom ben. Als ik iets niet snap, omdat jij het niet uit wil leggen of nog nooit hebt voorgedaan, ben ik alleen nog dommer. Ik hoef maar naar eten te kijken of ik krijg van je te horen dat ik ongelofelijk dik ben en straks vast groei. Als ik hierdoor overstuur raak, stil wordt, boos wordt of ga huilen komt dat andere mens me vertellen dat ik me aanstel en dat ik denk dat de hele wereld om mij draait. Daarbij komt ook nog dat ik vreemd ben, op vrouwen val en geen sex heb gehad. Dat ik niet leef en alleen maar op mijn kamer zit. Een ander probleem voor je is dat ik geen rijbewijs heb en altijd veel te laat thuis kom van feestjes. Het enige positieve dat ik van jou heb gehoord is dat ik een opleiding onder mijn niveau doe. Maar de manier waarop je dat zegt is ongelofelijk sarcastisch. Jij maakt mij belachelijk. Jij doet alsof je niets om mij geeft. Ik ben serieus bang voor jou, en toen ik dat laatst zei, moest je lachen. Jij had tien keer liever gehad dat ik een onnozele magere asociale hoer was. Dat is wat ik ontvang als jij tegen mij praat. Wees alsjeblieft nou een keer wie je zou moeten zijn, want ik kan je vertellen dat niemand in mijn dromen trots op jou is, en daar zitten ook twee mensen bij waarvan jij dat erg graag wilt. Dat zijn de mensen die altijd bij mij zijn en alles hiervan weten. Jij weet niets over mij. Jij weet niet dat als je zo doorgaat je mijn dood wordt. Dat ik dat soms voor mezelf wens, zodat jij verder kan leven en niemand nog last van mij heeft. Omdat jij mij dat verteld. Omdat jij dat zo vaak doet dat ik dat geloof. Daarom! Wees nou eens wie je zou moeten zijn!