woensdag 16 juni 2010

vroeger geschreven 2

Haat voelt ze als hij tegen haar praat.
Als hij voor haar staat.
Als hij naar haar kijkt,
maar iedereen zegt dat ze op hem lijkt.
Daardoor kan ze hem niet haten.
Daardoor kan ze er niet over praten.
Ze mag hem niet haten denkt ze vaak.
Maar elk woord wat hij zegt is goed raak.
Ze kan er niet meer tegen....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten