Loop, liep, gelopen.
Sluip, sloop, geslopen.
Ren, rende, gerend.
Allang gezien dat jij hier bent.
Spring, sprong, gesprongen.
Zing, zong, gezongen.
Denken, dacht, gedacht.
Ik had het stiekem al verwacht.
Feest, feestte, gefeest.
Je bent hier, was hier, bent hier geweest.
Kijk, keek, gekeken.
Nu dus niet meer, is net gebleken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten