Ik sluit mijn ogen.
Ik zie zwart en wacht tot ze komt.
Ik zie het mooie warme vuur, van de rode vlammen rond haar gezicht.
Ze golven en lachen.
Ik zie haar lichaam.
Zacht, rond en beeldschoon.
Ze kijkt met stralend blauw grijzig,
en lacht zacht oranje rozig om wit.
Ze staat met blote voeten en kijkt me enkel aan.
Als een godin staat ze.
Van mij, mijn godin.
IK zie haar, niemand anders.
Ik wil haar zien tot ik iemand zo zie met open ogen.
Open ogen.
Open ogen!
Ze is weer weg,
ze dook in het water en zwom omhoog.
Zo snel als mijn luiken open gingen,
zo snel zwom ze.
Dag, mijn godin,
van mij.
Niemand anders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten