Het waait, en jij staat voor me.
Je haar wappert voor je gezicht.
Blauwe ogen blussen die vlammen,
Schijnen door de warm rode zee.
De hoeken van je geverfde lippen krullen.
Met je hand haal je dan de golven uit je gezicht.
Roze wangen glinsteren in het licht.
Ik word warm van de zon,
Of van jou vlammen.
Vuur waar ik me graag aan branden wil.
Je mond beweegt maar ik hoor je niet praten.
Ik hoor je stem,
maar weet niet wat je zegt.
Want jij staat,
je staat hier toch niet echt.
Op dit moment kan het mij niet schelen.
Dat deze domme fantasie
Het enige is wat ik kan zien.
Je mond staat een beetje open.
Stralend wit zit daar verstopt.
Je lacht naar me met blote tanden.
En schud zacht je hoofd.
Lok voor lok verschijnt weer de rode zee.
Die je had verstopt achter je oren.
Je brand weer, bent weer vuur.
Vuur met blauwe ogen.
Blauw waar zachtjes groen door schijnt.
Witte lichtjes laten ze spreken.
En ik luister alleen naar wat ik horen wil.
Ik verzin de woorden die je ogen mij vertellen.
Dat is nutteloos want ik heb jou helemaal verzonnen.
Jij bent een fantasie.
Dat wist ik al.
Je lacht nog eens verlegen.
Zegt iets, kijkt en loopt dan weg.
Dan zijn er nog meer mensen.
Waar jij achter verdwijnt.
Een enkel persoon kijkt me vreemd aan.
En dan kijkt hij je na.
Je stond hier wel echt.
...
Kut!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten