Ze is acht jaar en ze is anders. Zij is alleen haarzelf. Ze is altijd alleen, maar vermaakt zich best. Op school zit ze op haar tafel en legt ze haar boeken op haar stoel. Ze leest en schrijft, maar wil niet praten. De meester kent haar, weet dat ze anders is. Dus hij laat haar, want ze doet alles goed, prima en beter dan de rest.
Thuis praat ze niet met haar ouders. Ze danst met de wind, zingt met een stok en leert een stofzuiger kunstjes. Haar poppen spreken schande over haar, want ze raakt haar poppen nooit aan. Ze slaapt op de grond en gebruikt haar bed als kast. in haar kasten gaat ze zitten eten en aan haar tafel doet ze niets. Daar zit ze onder als het regent. Dan kijkt ze en telt de druppen.
Het meisje loopt niet, maar ze huppelt. Het meisje danst door alle straten. Ze praat niet, maar ze lacht. Ze lacht om andere mensen en snapt niet wat leven is. Snapt nog niet wat liefde is. Zelf kent ze geen emoties. Ze huilt niet, schreeuwt niet en lacht alleen. Ze is nergens bang voor en weet altijd alles.
Met haar gaat het altijd prima. Alles doet ze altijd goed. Haar ouders kunnen heel veel zeggen, maar zij weet precies wat ze doet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten